IJzerpoeder zou wel eens een prima alternatief kunnen zijn voor de steenkolen waarop de Amercentrale nu nog draait.
De Technische Universiteit Eindhoven start na de zomer met de industriële toepassing van ijzerpoeder als brandstof. De proef duurt twee jaar en als hij slaagt is de weg misschien wel vrijgemaakt voor de toepassing van ijzerpoeder in elektriciteitscentrales.
Volgens de Brabantse gedeputeerde Anne-Marie Spierings past het gebruik van ijzerpoeder prima in haar beleid om de energieproductie zo milieuvriendelijk als mogelijk te maken. De onderzoekers in Eindhoven experimenteren al een tijdje met de verbranding van metaalpoeder. Het spul brandt als een lier en wat er achterblijft, roestpoeder, kan weer worden omgezet tot brandbaar ijzerpoeder. Dat kan onder meer door de overcapaciteit van wind- en zonne-energie te gebruiken, zegt de provinciebestuurder.
Binnenkort produceert het windmolenpark langs de A16 elk jaar in zijn eentje al 100 megawatt aan stroom, terwijl er ook de aanleg van 286 zonneparken in de planning staat. ,,Die energie kunnen we inzetten om roestpoeder weer om te zetten in ijzerpoeder, dat dan weer kan worden verbrand. Op die manier kan eventuele overproductie van de wind- en zonneparken worden opgeslagen, zodat we het later weer kunnen gebruiken’’, aldus Spierings. Ze omschrijft de inzet van ijzerpoeder als ‘zeer kansrijk’ en steunt het experiment van de TU Eindhoven dan ook met 1 miljoen euro.
Bron: BN De Stem – Nico Schapendonk 06-02-19
